9. Bescherming

De moderne mens zoekt bescherming in zijn huis. De overheid adviseert daarom om veiligheidssloten toe te passen op voordeuren en glaslatten aan de binnenzijden van versters te plaatsen, zodat ongenode gasten niet zomaar binnen kunnen komen om de bewoner te martelen en te bestelen. Mocht het onverhoeds toch gebeuren, dan beschikken we over telefonie om de politie te bellen, zodat er een procesverbaal opgemaakt kan worden.

De vroege mens had een andere manier om zich te beschermen tegen geweld van buiten. Hoewel de natuur de bron van leven vormde, was het ook de leverancier van gevaar. Zonder vuurwapen is de mens niet erg goed in staat om aan de top van de voedselketen te staan. Er zijn dieren die er langer mee bezig geweest zijn om zich naar die top te op te werken. De primaire bescherming van de mens bestond uit de groep.

Nog steeds zit het gevoel van beschermd zijn in een groep vastgeklonken in de menselijke psyche. Krakers en voetbalsupporters hebben in recente tijden aangetoond dat de mens zich in een groep weerbaarder op te stellen dan dat zij individueel zouden doen. Dit leidt echter tot grote problemen in het systeem en kost degene met het geweldsmonopolie vaak de uiterste vindingrijkheid om de groep uiteen te slaan. Dat kan ondermeer door het inzetten van een waterkanon.

Als een waterkanon niet werkt dan dan zal de toplaag gehoor moeten geven aan de eisen van de oproerkraaiers en spreken we van een revolutie. Aantallen zijn in deze vaak doorslaggevend. Recentelijk hebben we nog een Arabische Lente op zien bloeien, die spoedig door de nieuwe elite met het geweldsmonopolie ongedaan werd gemaakt. Blijkbaar is de massa niet in staat zich te organiseren en zijn hun belangen te uiteenlopend om een machtsbasis te vormen, de belangen van een kleinere groep zijn beter te kaderen, zodat een kleine groep beter in staat is zijn machtspositie te vestigen.

Een mens heeft gemiddeld genomen de capaciteit om 300 namen te onthouden. Wellicht hangt dit samen met een evolutionair effectieve groepsgrootte. De mobiliteit en het organisatievermogen van een groep is ook afhankelijk van zijn omvang, alsmede van zijn leeftijdssamenstelling. Alleen jongvolwassenen in een groep leidt niet tot een stuurbaar geheel, er is binnen de groep respect, kennis en ervaring nodig. Verantwoordelijkheidsgevoel van het individu voor de groep moet beloond worden om de groep weerbaar te maken tegen gevaar. Aan de andere kant wordt falen van de groep afgerekend op degene die verantwoordelijkheid draagt.

In ons huidige systeem wordt veel geworsteld met het begrip verantwoordelijkheid. Het lijkt er soms op dat verantwoordelijkheid eerder wordt afgewenteld op de groep – in het bedrijfsleven zijn massa-ontslagen zeer gebruikelijk, terwijl het verantwoordelijke management schouderophalend op zijn positie blijft zitten, wachtend tot zijn pensioen. De wezenlijke kernwaarde van de groep als groep in grootte en leeftijdsopbouw doet voor de industrie niet ter zake, alleen grootte en leeftijdsopbouw worden zo efficiënt mogelijk ingezet. Elke groep die in disbalans is tussen leeftijdsopbouw en grootte is niet in staat om te functioneren als ‘stam’, en wendbaar te zijn met de veranderende seizoenen. Wat dan rest is het baricaderen van de leefomgeving en het vertrouwen te stellen in een makkelijk te corrumperen elite. Verantwoording afleggen is geen zaak meer van leven of dood, dus het ritueel kan volstaan terwijl de groep keer op keer de consequenties moet dragen en niet de elite.

<— —>